.

Meditatie > Boeddhisme > Geschiedenis > Dumoulin Japan > Moderne tijd

C Zen-bewegingen gedurende de moderne tijd (7)

IX Hakuin (1658-1768)

Gezien zijn enorme invloed is hij één van de belangrijkste Zenmannen van Japan. Hij bracht de teneergang van Rinzai tot stilstand en zorgde voor een nieuwe, in de traditie wortelende vorm. Voorts bracht hij de door Bankei en Mu'nan begonnen uitbreiding van Rinzai onder het gewone volk tot zijn volle doorbraak en hoogtepunt. Hakuin is iemand met grote innerlijke tegenstellingen. Hij kan de tweede stichter van Rinzai genoemd worden. Als kind werd hij gekweld door een grote angst voor de hel => vroege beslissing monnik te worden. Hij zocht zeer intens, maar kon geen bevredigende ervaring bereiken. Zijn vertwijfeling werd nog versterkt toen hij las hoe eens een Zenmeester door rovers vermoord was. Uiteindelijk kwam hij hierdoor in een toestand van hoogste spanning, die hij 'de grote twijfel' noemt. Zijn aanvankelijke verlichtingservaringen worden door verschillende meesters afgewezen, omdat er nog te veel 'ik' in is. Een klap met de bezem van een huisvrouw die hem wil wegjagen, brengt de definitieve doorbraak. Naderhand heeft hij op een pelgrimstocht nog vele extatische ervaringen, maar zijn lichamelijke constitutie is door de harde inspanning dusdanig verzwakt, dat hij een zware longontsteking en zenuwcrisis doormaakt. Met hulp ('boter'-methode) van een kluizenaar komt hij hier bovenop. Van deze meester leert hij het nut van autosuggestieve methodes, die hij later zelf ook inzet bij leerlingen die te hard oefenen. Uit Hakuins leven blijkt dat de verlichtingservaring stadia en graden kent, en bovendien verschillende emotionele kleuren. In de onvolkomen verlichting overweegt het emotionele element, dat zich accentueert in concentratie en extase. In hogere stadia van ervaring lichten intuïtieve inzichten op. Tegelijk beseft hij dan de ontoereikendheid van zijn vroegere ervaringen. Hakuin wordt overvallen door zijn extases, die volkomen onverwachts en met een hem steeds opnieuw verbazende kracht doorbreken. Hakuins ervaringen zijn interessant voor de psychologie van de Zenweg. Uiteindelijk vestigde hij zich in een tempel op het platteland. Nadat hij van het Myoshinji zijn rang, opvolgingsrecht en naam ontvangen had, werd hij een beroemdheid die van heinde en verre leerlingen aantrok. Hij had veel aandacht voor de arme boeren uit de omgeving, die hij in hun noden bijstond.

Hakuin is beroemd om zijn gebruik van koans. Uiteindelijk blijft ook bij hem de koan een middel, maar wel een uniek en onovertrefbaar middel. Telkens weer accentueert hij dat de verlichting plotseling komt, onafhankelijk van de voorbereidende arbeid. Hakuin is tolerant: ook recitatie van sutra's, het aanroepen van Amida en gebuik van magische formules kunnen tot verlichting leiden, mits men dit maar met uiterste inzet en concentratie doet. Er zijn meerdere wegen naar het Boeddha-schap. Zazen en koans zijn zonder deze inzet zelfs van mindere betekenis! Men moet alle hechtingen en wensen loslaten. De koan is als methode zo superieur, omdat hij intense psychische spanningen en twijfel teweeg brengt, die tot grote verlichting leiden. Vóór de doorbraak inzet, wordt men één met de koan en verliest elk zelfbesef. Samenvattend: grote twijfel, grote verlichting en grote vreugde (bij de doorbraak) zijn de psychische kenmerken van de Zenweg. Ook na de verlichting blijft met koans oefenen wezenlijk om verder te komen. Hakuin richtte zich tegen het Mokusho-Zen (Zen van de zwijgende verlichting), dat in China in de Sung-tijd ontstond, en in Japan sinds de Middeleeuwen in Rinzai-(!) en Soto-kloosters geoefend werd. De dynamiek van het door grote twijfel aangespoorde zoeken ontbreekt hierin. Het door Hakuin ingezette koan-systeem werd door zijn navolgers in de derde generatie tot voltooiing gebracht. Ook in onze tijd wordt er volgens dit systeem geoefend in Rinzai-kloosters.

Via zijn reizen door het land was Hakuin vroeger goed vertrouwd geraakt met de taal en gewoontes van het plattelandsvolk. Hij vestigde zich daar ook, en zag af van de abtszetel van het Myoshinji, die hij had kunnen innemen. Zijn volle inzet gold Zen. Hij bleek een ware volksopvoeder; hij had het vermogen de boeddhistische geboden te vertalen naar het leven van alledag van het gewone volk. Zijn goedheid, eenvoud en overtuigingskracht troffen doel en zetten de mensen aan tot een zedelijk goed leven. Hoewel hij het Nembutsu voor gebruik in het Zenklooster afwees, wilde hij het volk zijn aanhankelijkheid aan deze praktijk niet ontnemen. Volgens hem kon het de mensen helpen kensho te bereiken; de mythische verhalen die ermee verbonden waren zag hij als een 'kunstgreep' (sanskriet: upaya; Japans: hoben). Het ware Reine Land diende men in de eigen natuur te zoeken. Hakuin had o.i.v. zijn moeder, die aanhangster van Nichiren was geweest, een grote verering voor het Lotus-sutra. In een brief zegt hij dat de titel ervan uiteindelijk tot één schriftteken, 'hart', teruggebracht kan worden. Uitgebreid betekent 'hart' het universum, samengetrokken het Zelf. Hij deelde zijn verering voor het sutra met het volk, dat Kannon, de Bodhisattva die erin centraal stond, als de bron van alle leven zag. Ook via zijn kunst heeft Hakuin bijgedragen tot de grote verspreiding van Rinzai onder het volk.

In Hakuins klooster vormden Zazen en koan de hoekstenen; daarnaast werden dagelijks sutra's gereciteerd en boeddhistische teksten bestudeerd; verder hoorden tot het dagelijkse programma lichamelijke arbeid en bedeltochten. Samenvattend: Rinzai-Zen is in Japan tot Hakuin-Zen geworden. Zonder Hakuins toewending tot het volk had Rinzai nooit zo'n wijdverspreide volksreligie kunnen worden.

Een vereenzaamde blijft hopen dat er iemand komt; desnoods iemand van wie hij hoopt dat die níet komt
- Carla Pols -

Chödrön, Pema: Gerust in onzekerheid
108 Spirituele leringen
Cover van Gerust in onzekerheidDit is één van de mooiste en meest inspirerende boeken die ik ooit gelezen heb. In 108 hoofdstukjes - die meestal niet meer dan 2 à 3
Meer...

WaalWeb Internetproducties
Zinrijk Webtechniek
© 2006-7

 

.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.