.

Gebed > Over gebed > Vormen > Monnikendom

Vormen van gebed in het monnikendom (6)

Woestijnvaders - vervolg 5

38: Moeilijkheden

Ook voor de woestijnvaders kostte het gebed moeite tot hun laatste ademteug.

39: Verstrooidheden

Ook woestijnvaders hadden last van verstrooidheid. Bijv. wanneer ze woorden, een ruzie of een gesprek hadden gehoord. Dan pasten ze methodes toe om weer innerlijk tot rust te komen, e.g. een luchtje scheppen, wandelen, drie keer rond kluis lopen.

40: Gelegenheidsgebeden

Voor en na eten bijv., maar vooral voor en na geestelijke ontmoetingen met de abbas. De woestijnvaders kregen veel verzoeken voor voorbeden, maar waren vanuit hun nederigheid zeer huiverig om dat te doen. Maar ongevraagd voorbidden voor mensen was voor hen juist erg belangrijk. Zelfs biddend boete doen voor de zondes van anderen kwam voor. Maar daarbij gold wel: als die ander niet geen berouw had, zou plaatsvervangend gebed of berouw zeker niets uithalen.

41: Gods wil

Ziekte als uitgelezen kans om Gods wil te aanvaarden, en om tegen de eigen wil in te gaan.

42: De eigen wil

Staat voor woestijnvaders altijd lijnrecht tegenover Gods wil. Belangrijkste hindernis in geestelijke weg: de eigen wil, de 'zinnetjes' en de gewoontes die maken dat je het jezelf gemakkelijker maakt, niet trouw blijft aan de weg. Nog erger is het, als hier de zelfrechtvaardiging bij komt. Dat is de zwaarste zonde die bestaat.

43: De eigen wil en het gemeenschapsleven

De wil van je broeder boven die van jezelf zetten is het recept voor vreedzaam samenleven en ware liefde.

44: Zichzelf geweld aandoen

45: De zelfbeheersing

De driften kunnen mensen tot slaaf maken, maar bij beheersing ervan - uitroeiing ervan is onmogelijk - kan het juist een drijvende kracht worden in het geestelijke leven. Vooral erg veel aandacht besteeds aan beteugeling van seksuele driften en gulzigheid. Achtergrond mensbeeld Stoa: door inperking voedings- en geslachtsdrift wordt de ziel versterkt, terwijl door toegeven daaraan de ziel wordt verzwakt.

46: Monachos

De vele betekenisnuances van dit woord: 'enig' voor God, en daarom geliefd door God; de arme, zwakke, machteloze, boetvaardige, bezitloze, alleen (celibatair levende), exclusief op God gerichte en daarom innerlijk ene, niet verdeelde, eenvoudige mens.

47: Betrekking met de vrouw

De woestijnvaders probeerden het contact met vrouwen zoveel mogelijk te vermijden. Ten eerste het zien vermijden, en ten tweede het spreken met vrouwen. Maar die regel werd niet rigoreus en absoluut toegepast. Wanneer de menselijkheid daarom vroeg, konden woestijnvaders ook heel vriendelijk met vrouwen praten.

48: De vrouw in het geestelijke leven

Maatschappelijk gezien werden vrouwen als 'broze vaten' en ondergeschikt aan de man gezien. Door deze maatschappelijke achtergrond valt te verklaren dat er onder de 130 namen in het Gerontikon slecht 3 namen van vrouwen voorkomen. Maar er zijn waarschijnlijk meer vrouwen geweest die zich aan het geestelijke wijdden, en die hadden een gelijkwaardige positie t.o.v. mannen.

49: Vasten

Dit is het 2e aspect van zelfbeheersing. Vasten maakte de geest volgens de woestijnvaders helder, licht en doordringend. Gevaar vasten: hoogmoed over eigen 'prestatie' (terwijl het Gods geschenk is). Daarom gulden middenweg: zich nederig tevreden stellen met een geringe prestatie, i.p.v. een grote prestatie neer te zetten, maar daardoor ten prooi te vallen aan hoogmoed.

't Geloof alleen is dood; je kunt niet eerder leven voordat daaraan een ziel: de liefde wordt gegeven.
- ergens gehoord/gelezen -



WaalWeb Internetproducties
Zinrijk Webtechniek
© 2006-7

 

.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.