Inspiratie > Poëzie > Gedichten > Ingezonden
Marianne Som /
26 feb 2001, 16:46
Het waren de nachten vergund mij te gaan door de Lethe.
Zij brachten mij ongerept terug in het aardse bestaan.
Zij deden mijn vallen en opstaan volkomen vergeten
en dreven mij uit, bij mijn vlijmende pijnen vandaan.
Hermetisch van wat is geweest en zal zijn afgesloten,
bekruipt bij het nieuwe begin mij een twink'lende kracht.
Gedachten gestold, in een drempel mijn plannen gegoten,
geniet ik de onschuld der kind'ren, die 't leven verzacht.
Want zouden wij weten van handen die los moesten laten,
van vragende ogen vol tranen, die zoekend niet zien,
van harten mistroostig, die liefhadden zonder hiaten,
van 't grote vaarwel, van het aarz'lend veelvuldig 'misschien',
dan was zonder rimp'ling de spiegel niet van 't vlakke water,
vermocht niet de roerloze lelie haar kelken te openen wijd.
Door wortels - een scheem'rige, drassige poel was hun mater -
zijn hunk'rende knoppen gestaag naar het daglicht geleid.
Zo zullen wij telkens opnieuw uit de tijd zijn geboren
en brengen tot bloei wat reeds beeft in ons diepste idee.
't Geruis van de vlietende stroom zal de reiz'gers niet storen
die volgen het glinst'rende pad van de maan over zee.
Marianne Som /
25 feb 2001, 20:32
Jouw naam,
gebeiteld in glimmend marmer.
Verdriet, niet meer helemaal vers.
Tulpen, geschikt -
het waren jouw bloemen.
Een foto voor oma -
je was haar zoon.
De eik bij het hek -
statig, monumentaal -
is honderd jaar ouder dan de oudste zerk.
Verdriet, verdrongen door mosplakkaten.
Vogelrumoer
onder een koepel van stilte.
Zeg nu maar niets,
spreek vanavond in mij.
Verbonden harten bestaan niet in steen.
Op verbonden harten
krijgt mos geen kans.
Marianne Som /
25 feb 2001, 20:26
Het allereerste vleugje ochtendgloren
rept zich omzichtig naar het sprietend groen.
De wereld opent zich als nooit tevoren.
Haar diepten, schitterend als vermiljoen,
huizen in eennachts-webben, nauw verborgen,
in onverwachte hoeken vastgezet.
De zon herziet haar plannen elke morgen
en steeds weer anders valt haar silhouet.
Waarom toch trekt dit luchtige, frivole
de schaduwkant niet in zijn opgaan mee?
Waarom doopt zijn geheim niet beide polen
tezamen in het gracieus frisé?
Het kan niet anders; wie het wachtwoord kennen,
beseffen dat het licht slechts afscheid neemt
om rust te brengen en opnieuw verwennen
en dat de tijd van leven is geleend.
Het donker brengt de stilte dichterbij.
Het doek valt na 't applaus in het theater.
En in een oogverblindend panta rhei
bewaart de schaduwkant haar zon voor later.
Een mens is een ruwe steen die, ondanks alle bewerkingen toch nooit een zuivere kubus zal worden.
- Robert A. van Dijk -
Grün, Anselm en Dufner, Meinrad: Spiritualiteit van beneden
De bekende Benedictijner monnik Anselm Grün schreef een prachtig boek over hedendaagse spiritualiteit, niet als het nastreven van onhaalbare hoge idealen
Meer...
WaalWeb Internetproducties
Zinrijk Webtechniek
© 2006-7